Oud-cabaretier en presentator Jack Spijkerman (73) werd onder meer bekend met het radioprogramma ‘De Steen en Beenshow’ en het tv-programma ‘Kopspijkers’. We spraken met Jack over de COPD waarmee hij al jaren leeft.
Boven het bed van Jack Spijkerman hangt de spreuk ‘Vandaag is het feest’. En dat is precies wat Jack er elke dag van probeert te maken, ondanks zijn COPD. Jack: “Ik heb nog zoveel leuke dingen te doen. Zo ga ik regelmatig naar het theater en geef ik soms lezingen over kunst verzamelen. Ook schrijf ik graag. En ik ben vrijwilliger in het archief van Ajax. Ik mag van alles en ik hoef niks, dat is zo’n luxe!
Ja, die COPD, daar kamp ik al jaren mee. Ik kreeg 2 keer een long-
embolie en daarna tot 3 keer toe een klaplong. De behandeling van die klaplongen was geen pretje. Vooral de laatste keer, toen ze talkpoeder op mijn longen moesten spuiten om een ontsteking te veroorzaken. Je longen kun je niet verdoven, dus dat was erg pijnlijk.
Daarna lukte het mij ook pas echt om te stoppen met roken. Ik had al van alles geprobeerd – van acupunctuur tot speciale cursussen – maar het lukte me maar niet.
Ik rookte wel een pakje shag per dag. Daarmee heb ik een gat in mijn longen gerookt. Na die tweede klaplong heb ik nog weleens stiekem een sigaret gerookt. Maar na die pijnlijke behandeling van die derde klaplong was het dus echt klaar.
Mijn longen hebben een capaciteit van 75%. Dat merk ik vooral met traplopen. Ik ga graag naar voetbalwedstrijden met mijn zoon. In een stadion moet je vaak behoorlijk veel trappen op. Maar dat geeft niet, dan neem ik gewoon een adempauze. Skiën is iets wat ik niet meer doe en zwemmen is een ding. Als ik nu zwem moet ik elk moment kunnen gaan staan om even uit te rusten. Ik ga graag naar Bonaire en sprong dan nog weleens van een bootje om met mijn zoon te zwemmen. Dat durf ik nu niet meer, maar ik ben er niet somber om. Ik weet dat er veel mensen met COPD zijn die er slechter aan toe zijn dan ik. Ik kan nog zoveel dingen wél.
Ik ben bewust bezig met mijn gezondheid. Ik loop elke dag minimaal 3 kwartier. Het Vondelpark kan ik ondertussen wel dromen. Dan pak ik soms de auto of de fiets om in een ander deel van Amsterdam te gaan wandelen. Ik wandel ook graag op begraafplaats Zorgvlied. Het is daar heel mooi en dan realiseer ik me ook: ík kan hier nog rondlopen. Ook ga ik 2 keer in de week naar de sportschool. Dat vind ik echt verschrikkelijk! Maar het is goed voor m’n lichaam. Het enige lichtpuntje is dan dat er ook een fysiotherapeut is die af en toe mijn rug masseert.
Bij de controles van mijn longen vorig jaar bleken mijn longen zelfs verbeterd, terwijl dat eigenlijk niet kan. Maar ja, daar houd ik me dan maar aan vast. Het heeft geen zin om me zorgen te maken over de toekomst. Op dit moment zijn mijn longen stabiel. Ik gebruik eigenlijk geen medicijnen voor de COPD. Heel soms, wanneer ik verkouden ben, gebruik ik weleens een pufje. Maar dat is misschien maar 1 keer per jaar.
“Na die tweede klaplong heb ik nog weleens stiekem een sigaret gerookt, maar na die derde klaplong was het echt klaar.”
Tijdens de corona-epidemie moest ik nog best lang wachten op de vaccinatie. Ik ben niet zo bang ingesteld, maar was toen wel voorzichtig. Mijn zoon, die in een studentenhuis woont, is gelukkig wel altijd langs blijven komen. Uiteindelijk heb ik eind 2021 toch corona gekregen, na een voetbalreisje. Ik was een week flink ziek, maar knapte daarna snel weer op.
Ik vond die coronatijd maar een saaie tijd. In die periode ging ik quizzen bedenken voor vrienden, want dat vind ik heerlijk om te doen. En dan het liefst van die nutteloze vragen, zoals: is een ijsbeer links- of rechtshandig? Je hebt er geen moer aan om het te weten, maar het is wel leuk!”
Google+